DE INWENDIGE NEUS1 |
|
|
Tekening inwendige neus vooraanzicht. In de linkerneus de drie neusschelpen 1,2 en 3 |
DE INWENDIGE NEUS2 |
|
|
Doorsnede van de neus na verwijdering van de onderste neusschelpen de middelste en de onderste neusschelp(2 en 3), e = opening naar de kaakholte c = opening naar de traan- neusgang h = opening naar de oorgang a = onderste neusschelp f = middelste neusschelp De blauwe pijltjes geven de richting van de beweging van de cilia aan, achterwaarts naar de keelholte. |
DE KAAKHOLTES |
|
|
Kaakholtes A7= linkerkaakholte met daarin rechtsboven de kaakholteopening (blauwe pijl) |
DE NEUSSCHELP EN DE VENEN |
|
|
Doorsnede onderste neusschelp van fig.A1 b17 = de venen in het neusslijmvlies. Venen zijn zwellichamen die bij verkoudheid het slijmvlies doen opzwellen zodat de neus vrijwel dicht komt te zitten, het slijmvlies kan dan wel 5 mm opzwellen |
|
|
|
Detail slijmvlies uit een neusschelp c13 = het slijmvlies met daarop de trilhaartjes(cilia) c14 =klieren c15 = bekercellen met slijm |
NEUS- Slijmvlies en Trilhaartjes(cilia): - - - - Een neusverkoudheid betekent vrijwel altijd een infectie van de neus en de neusbijholte. De bacteriën die bij neus en neusbijholten infecties een rol spelen kunnen zelf ook nog eens de activiteit van de trilharen remmen. Zo ontstaat een vicieuze cirkel. Het is gebleken dat chronische ontstekingen van de neusbijholten een zeer negatieve invloed kunnen uitoefenen op iemands lichamelijk en sociaal functioneren, soms negatiever dan bijvoorbeeld hartklachten - |
|
|
Trilhaartjes/cilia onder de elektronenmicroscoop Lengte minder dan éénhonderdste millimeter en dikte minder dan éénduizendste millimeter |
Cilia beweging(Cilia- |