Home Hoe het begon med fouten kruisweg de kern med fouten in cijfers De tol
Een helpende hand      voor slachtoffers van medische fouten Medische missers

De kruisweg van het slachtoffer

Slachtoffers van medische fouten krijgen niet enkel af te rekenen met fysieke en soms ook psychische schade, ze worden ook nog eens opgezadeld met een heleboel kopzorgen in hun streven naar gerechtigheid en een fatsoenlijke vergoeding. Zo moeten ze zes grote hindernissen zien te overwinnen.

1. De medisch-juridische mist

Als leken vinden de meeste slachtoffers hun weg niet in de medisch-juridische doolhof waarin ze terechtkomen. Onwetendheid is troef :


2. De muur van stilte

Wie informatie tracht te bekomen over de medische fout waarvan hij het slachtoffer geworden is, wordt geconfronteerd met de "omerta", de heilige zwijgplicht die in kringen van zorgverleners geldt. Nogal wat artsen maken er zich van af met vage praatjes, geven geen echte, concrete informatie over wat er precies misgelopen is, zeggen soms vlakaf dat hen niets te verwijten valt, of geven een valse versie van de feiten. Het ziekenhuispersoneel houdt de kiezen op elkaar omdat er anders een sanctie van hogerhand dreigt. Velen lijden plots aan geheugenverlies.
Wanneer men aanklopt bij andere artsen voor advies, wordt men vaak afgewimpeld, omdat artsen gebonden zijn door de regel van de "collegialiteit", waar de Orde der Geneesheren streng over waakt. Een collega "bekladden" is uit den boze, ook al heeft die een zware en overgeeflijke fout begaan. Artsen die toch toegeven dat een collega in de fout is gegaan, durven dit slechts zelden zwart op wit op papier te zetten. Ook de ziekenhuisdirectie geeft niet graag informatie vrij, omdat ze bezorgd is over de goede naam van de instelling en beducht is voor eventuele financiële gevolgen. Inzage in het medisch dossier wordt vaak geweigerd.
De artsen worden bovendien onder druk gezet door hun verzekeraar. In hun polis burgerlijke aansprakelijkheid staat zwart op wit dat ze bij het maken van een fout, die niet mogen toegeven.
Wie aanklopt bij de Orde der Geneesheren, hoeft ook al niet op een respons te rekenen. Een eventueel onderzoek naar wat er fout gelopen is, speelt zich binnenskamers af, en over het uiteindelijke resultaat krijgt het slachtoffer niets te horen.

3. De wegmoffel-technieken

Wanneer een medische fout aan het licht komt, treden vaak vreemde mechanismen in werking:

Door deze ingebakken wegmoffelcultuur is het voor een slachtoffer vaak onbegonnen werk om zelf informatie en bewijsmateriaal te verzamelen over wat is fout gegaan.

4. De uitputtingsslag

Wie aan een juridische strijd begint tegen een blunderende zorgverlener, wordt meegesleurd in een financiële en mentale uitputtingsslag. De verzekeraar van de tegenpartij bedient zich immers van een uitgebreid arsenaal van juridische en andere spitsvondigheden om de zaak zo lang mogelijk te rekken. Daarbij rekent men erop dat het slachtoffer ofwel financieel niet bij machte is om jarenlang een advocaat te betalen en de medische expertises uit eigen zak te bekostigen, ofwel dat hij het na verloop van tijd allemaal beu wordt en er moegestreden het bijltje bij neerlegt. In plaats van het slachtoffer van een onmiskenbare medische fout binnen een redelijke termijn een billijke vergoeding toe te kennen, betaalt de verzekeraar van de tegenpartij liever jarenlang een eigen advocaat, om geen "positieve precedenten" te scheppen. Impliciet leidt dit tot een vorm van klassejustitie : wie niet kapitaalkrachtig genoeg is, kan zich geen jarenlang aanslepende rechtszaak permitteren.

5. De gerechtelijke slakkengang

Een rechtszaak aangespannen tegen een zorgverlener die een fout heeft begaan, duurt gemiddeld 7 à 8 jaar, indien alles meezit. Dit is te wijten aan de trage gerechtelijke procedures en het lang moeten wachten op de resultaten van expertises. Snellere gerechtelijke procedures hebben enkel zin indien ook het uitvoeren van de expertises versneld wordt.

6. De eindafrekening

Wie na een jarenlange juridische strijd alsnog in het gelijk wordt gesteld, dient vaak te constateren dat de financiële vergoeding verre van riant is. De zogenaamde "indicatieve tabellen" voor forfaitaire schadevergoeding kunnen onmogelijk beantwoorden aan het verlangen naar gerechtigheid van het slachtoffer.
Hoven en rechtbanken nemen vaak ook eenkennige beslissingen, waardoor er juridische onzekerheid ontstaat. Zelfs voor wie financieel sterk genoeg staat om een langdurige juridische strijd aan te kunnen, blijft ieder proces een loterij. De afloop van een proces hangt immers af van de persoonlijke mening van een magistraat, veeleer dan van een rechtsregel.
Soms blijkt ook dat men als slachtoffer al die tijd aan het lijntje werd gehouden door de eigen advocaat, die, hoewel hij reeds van in den beginne wist dat de zaak moeilijk of helemaal niet te winnen was, tóch een rechtszaak inleidde, om redenen van persoonlijk gewin. Sommige advocaten hebben ook weinig of geen ervaring inzake letselschade, maar beginnen tóch aan die zaak, omdat dit hoe dan ook geld in het laatje brengt.

Samengevat :

Het slachtoffer van een medische fout dient zélf te bewijzen dat er niet alleen een fout is gebeurd en dat hij schade heeft opgelopen, maar ook dat er een oorzakelijk verband is tussen die twee. Hij ziet zich gesteld tegenover beroepsbeoefenaars die stukken meer verstand hebben van geneeskunde dan hij. Bovendien is alle informatie en bewijsmateriaal in hun handen. Wanneer hij probeert de nodige bewijzen bijeen te sprokkelen van wat er mogelijk fout is gegaan, botst hij op een muur van stilte en terughoudendheid. Inzage in, laat staan een afschrift van zijn medisch dossier wordt hem meestal geweigerd. Begint hij tóch aan een juridische strijd, dan moet hij financieel sterk genoeg staan om jarenlang een advocaat en medische expertises te kunnen betalen. Een proces heeft bovendien steeds weer iets weg van een loterij, en als het slachtoffer dan tóch aan het langste eind trekt, stelt hij vaak vast dat de vergoeding niet echt om over naar huis te schrijven is