Home Hoe het begon med fouten kruisweg de kern med fouten in cijfers De tol
Een helpende hand
    voor slachtoffers van medische fouten
Medische missers


Medische fouten in cijfers


Over medische fouten in België bestaan geen officiële statistieken. Men weet niet wat er waar fout gaat, hoe vaak en in welke omstandigheden, om de heel eenvoudige reden dat er nog geen systematisch onderzoek werd gedaan. Om een idee te krijgen van het aantal slachtoffers van medische fouten in ons land, moeten we ons dus baseren op een extrapolatie van statistieken uit landen die een gelijkaardig kwaliteitspeil halen in de medische zorg.  


Zo blijkt uit een rapport van het Amerikaanse "Institute of Medicine" uit 1999 ("To err is human - building a safer health system") dat 3 à 4% van alle patiënten een lichamelijk letsel overhoudt aan een medische behandeling. Omgerekend naar ons land zou dat neerkomen op zo?n 48.000 à 64.000 medische missers per jaar (op een totaal van 1.600.000 ziekenhuisopnames). In Nederland gaat men uit van hetzelfde percentage. Herre Kingma, de inspecteur-generaal van de Inspectie Gezondheidszorg, stelt dat men mag aannemen dat zo?n 3% van de behandelingen in de gezondheidszorg fout gaat.  


Nog steeds volgens het rapport "To err is human" bedraagt het aantal medische missers met dodelijke afloop in de V.S. 44.000 à 98.000.  In een opiniestuk in De Standaard (11-03-2002) stelt Arthur Vleugels, de directeur van het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap (KUL), dat als men de Amerikaanse minimumcijfers extrapoleert naar de Belgische situatie, dit neerkomt op zo?n 2.000 dodelijke slachtoffers van medische fouten per jaar. Een alternatieve berekening, gebaseerd op wetenschappelijke artikels uit het buitenland, geeft volgens Vleugels ongeveer hetzelfde resultaat. Bij dringende ziekenhuisopnames, zo blijkt uit die artikels, is er 2,9 à 10,8% kans op een "ongewenste gebeurtenis" (medische fout). 4,9 à 13,6% van die missers heeft een fatale afloop. Wanneer men de minimumcijfers omrekent naar de Belgische situatie (zo'n 1,5 miljoen ziekenhuisopnames per jaar), dan komt dit neer op 2.131 dodelijke slachtoffers.  


In de V.S. werkte de "Quality Interagency Coordination Task Force" een actieplan uit dat moet toelaten om via een gestructureerde systeem-analyse het aantal verwijtbare medische fouten in de Amerikaanse ziekenhuizen met de helft te verminderen. Het rapport met als titel "Doing what counts for patient safety" werd in februari 2000 voorgelegd aan president Clinton.




Land                      USA                          Nederland       België


Bevolking                276.000.000          15.600.000      10.200.000


Laagste schatting            44.000                 2.487              1.626

dodelijke slachtoffers                                   


Hoogste schatting

dodelijke slachtoffers        98.000                 5.539              3.622

                  

Slachtoffers                                                        

met blijvend letsel                                      1.000                654


Slachtoffers

blijvend letsel                                           30.000           19.615




In zijn nummer van juni-juli 2001 pakte het tijdschrift Test Gezondheid uit met een enquête waar zo'n 800 slachtoffers van medisch falen aan meewerkten.


Daaruit bleek dat de meeste ongevallen of fouten (77%) zich afspelen tijdens een opname in een ziekenhuis. 18% gebeurde tijdens een consultatie bij een zorgverlener (in het privé-kabinet of in een ziekenhuis). 4% vond plaats in de woning van de patiënt zelf.


Welke categorie van zorgverleners wordt daarbij met de vinger gewezen?

De hoofdvogel wordt afgeschoten door de specialisten (76%), wat niet hoeft te verbazen, gezien het hoge aantal klachten met betrekking tot ziekenhuisopnames.

Huisartsen worden in 8% van de gevallen verantwoordelijk geacht. Daarna volgen verpleegkundigen (6%), tandartsen (5%), assistenten in opleiding (2%) en andere functies (2%).


De top-3 van specialisaties waarin zich medische fouten of ongevallen voordoen, is, nog steeds volgens Test Gezondheid : orthopedie, gynaecologie en algemene heelkunde. Ander onderzoek bevestigt die vaststelling.


Een opsplitsing volgens de aard van de klacht geeft het volgende te zien :

  • ondeskundig uitgevoerde operatie of onderzoek : 26%
  • onverwachte schade aan orgaan/lichaamsweefsel : 18%
  • niet of te laat gestelde diagnose : 14%
  • verkeerde diagnose : 10%
  • verkeerde medicatie : 7%
  • onnodige operatie : 6%
  • ziekenhuisinfectie : 5%
  • gebrekkig materiaal : 3%
  • problemen met tandprothese : 2%
  • achtergebleven materiaal in het lichaam : 2%
  • andere klachten : 7%


In 2011 heeft het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap (CZV) van de KU Leuven de dossiers van de vzw Medisch Falen geanalyseerd. Van 657 dossiers werden gegevens verwerkt in een databank. Van de 125 interessantste dossiers werd dan nog eens een extra grondige analyse gemaakt. Alles gebeurde volstrekt anoniem, met weglating van alle namen. Volgens professor Arthur Vleugels, de directeur van het CZV, is het de eerste keer dat de problematiek van medische fouten wordt geanalyseerd aan de hand van rechtstreekse getuigenissen van slachtoffers.


De meeste klachten die de vzw Medisch Falen ontving, hadden betrekking op orthopedie (22,4 %). Daarna volgden onder meer buikoperaties (11,7 %), gynaecologie (10,6 %) en neurologie (10,4 %). In zo’n 90 % van de gevallen was er sprake van een blijvend lichamelijk letsel of handicap. In 91,2 % van de gevallen gebeurde de fout in een ziekenhuis (of andere verzorgingsinstelling). De meeste patiënten (62 %) hadden vooraf toestemming gegeven voor de ingreep. In 38 % van de gevallen was er dus géén sprake van toestemming. Opvallend is ook dat slechts 7,1 % van de patiënten voldoende was ingelicht over de mogelijke risico’s van de ingreep of behandeling. Na het vaststellen van de fout is slechts 1 slachtoffer op 2 erin geslaagd volledig inzage te krijgen in zijn medisch dossier, na dit te hebben aangevraagd. Het contact met de behandelend arts werd door meer dan de helft (58,3 %) als ronduit slecht ervaren. Idem voor het contact met de ziekenhuisdirectie. Ruim 70% van de slachtoffers voelde zich in ieder geval niet begrepen. Naast een gebrekkig preventiebeleid blijft ook dat dus nog altijd een van de grote pijnpunten : de falende communicatie met het slachtoffer.


In het eerste semester van 2011 deed ook Test Aankoop een onderzoek naar medische fouten in België. 551 Belgen namen hieraan deel. Ze zijn representatief voor de Belgische bevolking wat betreft leeftijd, geslacht en opleiding. Een van de opvallendste resultaten is de povere score van de zorgverleners die verantwoordelijk werden geacht voor de fout: vier op de vijf patiënten zei erg ontevreden te zijn over hun (gebrek aan) medewerking. Bovendien draait 80% van de betrokken slachtoffers zelf op voor de medische kosten. 6 % kreeg de factuur dan weer kwijtgescholden, terwijl 8 % een bedrag tussen ¬ 50 en ¬ 10.000 ontving via een minnelijke schikking. De gevolgen van de medische fout zijn : hevige pijn (53 %), afwezigheid van school of werk (52 %), langdurige invaliditeit (32 %), angst (30 %), overlijden (27 %), neerslachtigheid (19 %). Zo'n 70 % van de slachtoffers diende een klacht in of vroeg toch minstens om meer uitleg. Amper 7 % van hen stapte naar de rechter. De resultaten van de enquête zijn te lezen in het oktobernummer van het magazine Test Gezondheid. Net als de vzw Medisch Falen pleit Test Aankoop al jaren voor een actiever preventiebeleid, zoals een nationaal georganiseerd rapporteringssysteem dat het mogelijk maakt lessen te trekken uit de fouten.